Wat zou er staan op het Sinterklaasverlanglijstje van een kind dat rouwt?
Misschien is er wel een gelovig kind dat al kan schrijven: en dit kind schrijft op zijn lijstje zet dat hij zijn vader terug wil. Of dat zijn ouders weer bij elkaar komen. En dan waarschijnlijk opgeschreven onder het spectaculaire speelgoed dat hij ook wil hebben. Want dat zijn kinderen: ze lijken de rouwbeleving in en uit te gaan, ze rouwen in stukjes.
‘Sinterklaas, mag ik mijn vader terug’
Jongere kinderen zeggen het misschien spontaan of vragen het daadwerkelijk aan Sinterklaas. Zoals een paar jaar geleden een meisje die op school aan Sinterklaas vroeg of ze haar vader terug kon krijgen. Sinterklaas moest even slikken. Er zullen ook kinderen zijn die het denken en niet durven zeggen. Die aanvoelen dat het moeilijk is voor hun ouders of directe omgeving. En oudere kinderen snappen natuurlijk dat de overleden persoon niet meer terug kan komen, maar feestdagen kunnen extra dat gevoel van gemis activeren; bij kinderen én bij volwassenen.
Alles is anders
Stille verlangens, uitgesproken verlangens. Er spreekt een behoefte uit. Kinderen zoeken de verbinding met hoe het vorig jaar was, hoe het was voordat hun levensverhaal voorgoed veranderde. Dat mama altijd pepernoten bakte en nu oma. Maar nu is alles anders. Of dat je kleine broertje op 5 december altijd al een uur voor het raam stond te kijken of hij Piet aan zag komen. Wiebelend van spanning. Dit jaar staat hij er niet meer. Of dat kinderen Sinterklaas twee keer vieren omdat hun ouders gescheiden zijn.
Cadeautjes, plezier en gemis
Het kan zijn dat een kind niets laat merken, zeker als er tijdens het vieren een feest meer mensen zijn. Een kind wil zijn kwetsbaarheid niet tonen maar kan het van binnen heel moeilijk hebben. En uiteraard willen kinderen ook gewoon plezier hebben en cadeautjes ontvangen. Hieronder zet ik een aantal tips uiteen voor het vieren van Sinterklaas wanneer er veel veranderd is in het gezin of in de directe omgeving. Deze tips zijn ook van toepassing in klassen en groepen.
In het gezin:
- Leg een kind uit hoe jij je voelt. Het tonen van oprechte gevoelens is belangrijk. En daarbij leg je uit dat dit niet door hem komt, maar door de situatie. Door de eigen gevoelens te tonen en uit te leggen geef je kinderen het goede voorbeeld.
- Vertel een kind dat zijn gevoel er mag zijn. Kinderen kunnen blij zijn omdat ze een mooi cadeau krijgen en kort daarna heel verdrietig zijn; op dat moment voelen ze de pijn van het gemis. Benadruk dat dit mag en dat het erbij hoort. Ook kan het zijn dat kinderen zich heel blij voelen en bijvoorbeeld niet hoeven te huilen. Hier kan dan schuldgevoel bij komen kijken. Maak kinderen duidelijk dat ze blij kunnen zijn en plezier kunnen hebben. Dit doet niets af aan hun gemis.
- Bekijk wat werkt voor een kind en de omgeving (familie). Voel je niet verplicht om aan alles mee te doen. Eenieder rouwt op eigen wijze en het verschilt wat goed voelt. Blijf bij jezelf. En kijk goed naar de voorkeuren van een kind.
- Houdt zoveel mogelijk vast aan tradities die gewoon zijn in het gezin. Dit geeft kinderen houvast en veiligheid. Tevens zullen ze de warmte van het samenzijn tijdens het Sinterklaasfeest ervaren. Ook als er verdriet is. Het doorleven van de pijn is een belangrijk element in de rouwverwerking.
- Vorm samen een nieuw ritueel om te denken aan diegene die je mist. Dit nieuwe ritueel kan hand in hand gaan met de tradities die er waren. Een nieuw ritueel geeft de verandering op een veilige en liefdevolle manier vorm.
In de klas:
- Benoem het verlies in de klas. En geef aan dat het voor het betreffende kind een moeilijke tijd is. Dat tijdens feestdagen het gemis extra pijnlijk kan zijn.
- Doe iets samen met de klas. Laat de kinderen eventueel een gedicht maken voor het kind. Of een andere tekst bedenken op een bekende Sinterklaasmelodie.
- Bedenk met de klas een ritueel. Wanneer een kind uit de klas is overleden, dan kan de klas een ritueel bedenken om het kind te gedenken. Even stil zijn met z’n allen voorafgaand aan het feest bijvoorbeeld. Er kan een kaarsje branden, iets voorgedragen worden.
- Geef als leerkracht een kleine krachtgever aan het kind. Bijvoorbeeld een kaart met kleine tekst, een mooie steen etc. Zie ook hieronder bij wat je het kind kunt geven.
Dingen die je kunt doen of geven:
- Sta voorafgaand aan pakjesavond met z’n allen stil bij het verlies van een dierbare. Er kunnen een paar mooie woorden gezegd worden. Eventueel in dichtvorm.
- Maak met de kinderen een Sinterklaaslichtjeshouder, bijvoorbeeld van een oude jampot. Dit lichtje kan branden bij de foto van diegene die er niet meer is.
- Geef het kind in de schoen of op pakjesavond een cadeau wat een onderdeel kan zijn in het rouwproces. Bijvoorbeeld een fotolijstje (eventueel met versiersels om zelf te versieren naar eigen smaak), een medaillon met foto, een herinneringskoffertje, een dagboek. Uiteraard zit dit cadeautje tussen andere luchtigere cadeautjes die het kind wil hebben. Echter, zo’n specifiek cadeau geeft het kind erkenning en vertelt dat het gemis er mag zijn. Ook tijdens gezellig samenzijn; het wordt niet vergeten.
- Geef het kind een steun gevend gedicht; dit kan ook uit ‘Sinterklaas’ zijn naam.
- Geef het kind een bijzondere edelsteen; bijvoorbeeld de granaat, de heliotroop en de onyx. Stop dit in een mooi doosje met een uitleg erbij.
- Geeft het kind de chocoladeletter van diegene die er niet bij is. Misschien beladen maar ook mooi. Helemaal als je een hele speciale kiest, mooi versierd.